Nadat op 30 december 1944 de Nederlandse S.S.-Rottenführer George Herlee in de kapperszaak aan de Nieuwstraat wordt geliquideerd (zie verhaal De liquidatie van SS-er George Herlee), nemen de Duitsers op een verschrikkelijke manier wraak. Vijf willekeurige Nederlanders worden voor de Grote Kerk geëxecuteerd.
De route die de gevangenen door het centrum van Hoorn moesten lopen.
Met de dood van landverrader George Herlee lijkt het gevaar voor het Hoornse en Westfriese verzet iets afgewend. Maar de bezetter laat het er niet bij zitten. De Duitser Willy Lages, hoofd van de Sicherheitsdienst in Amsterdam, geeft op 3 januari 1945 het bevel om vijf mensen uit het Huis van Bewaring aan de Weteringschans in Amsterdam naar Hoorn over te brengen. Het zijn verzetslieden die niet uit Hoorn afkomstig zijn. Op 4 januari worden deze volstrekt willekeurig gekozen mannen via de Westerdijk Hoorn binnengereden en gedwongen om hun laatste tocht te lopen. Via de Westerdijk moeten zij dwars door de stad via de Rode Steen naar de Grote Kerk, waar ze moeten stoppen.
Hun namen zijn Johan Versfelt, Gerardus Jonker, Jacob Jansen, Hendrikus Immig en Johan Janssen.
De 7-jarige buurjongen Frans Zack ziet ze aankomen, hij speelt met zijn vriendje op dat moment bij de hoek van de kerk. De jongens worden weggestuurd door de Duitsers waarna er een vrachtwagen het Kerkplein oprijdt met bewapende militairen. De vijf verzetslieden worden gedwongen naast elkaar voor de kerkmuur te gaan staan en worden vervolgens met kogels doorzeefd.
Filmstill uit de documentaire ‘De oorlog van mijn vader’ van Joost Schrickx.
De tegenover de kerk wonende Chris Schrickx (14 jaar) mag van zijn ouders niet kijken, maar gluurt boven in zijn slaapkamer toch tussen de gordijnen door. Hij ziet de mannen op de grond liggen. Een van hen beweegt nog, waarop er nogmaals op hem geschoten wordt. Zijn zoon Joost Schrickx maakt daar later in 2017 een documentaire over: ‘De oorlog van mijn vader’.
Toevallige voorbijgangers worden door de Duitsers gedwongen te kijken naar de bloedende mannen op de grond, zelfs jonge kinderen. Ook de schooljuf, juffrouw Schermer, die net komt aanfietsen en totaal overstuur raakt, wordt gedwongen te kijken. Dezelfde dag worden brandweermannen verplicht het bloed weg te spuiten. De dag na de executie rukt Chris Schrickx een aanplakbiljet van de muur van de Grote Kerk. Op het pamflet dat de Duitsers daar opgehangen hebben, wordt vermeld dat ze een voorbeeld hebben gesteld met deze executie: de vijf mannen zouden plegers van ’laffe verzetsdaden’ zijn. Het maakt Chris woedend.
De slachtoffers worden door de bezetter in de Kennemerduinen begraven, maar na de bevrijding worden de vijf mannen als helden herbegraven op de erebegraafplaats in Bloemendaal. Na de bevrijding op 5 mei 1945 wordt het Kerkplein overspoeld met bloemen. En twee jaar na de oorlog onthult een van de kinderen van de gefusilleerde mannen, dit monument. Het is gemaakt door beeldhouwer Starreveld en stelt een vallende man voor die door de moordende kogels van een vuurpeloton wordt doorzeefd. In de kerkmuur zitten nog de kogelgaten, nu verstopt achter de plaquette waarop de namen staan van de vijf mannen.
De erebegraafplaats in Bloemendaal.
De extra lange route die ze door Hoorn moeten afleggen, maakt dat veel inwoners van de stad de mannen zien, een bewuste actie van de Duitsers. Het moet een verschrikkelijke laatste tocht voor hen zijn geweest, in de wetenschap dat ze dit waarschijnlijk niet gaan overleven. Om hen te herdenken, en nog zoveel anderen die hun leven hebben gegeven voor onze vrijheid, lopen vele mensen elk jaar precies dezelfde route. Comité 40-45 Hoorn organiseert jaarlijks deze Stille Tocht op 4 mei om half acht ’s avonds.
Langs de route staan vier beelden: Afscheid, Woede, Wanhoop en Laatste Troost. Het zijn handen die uit de grond komen, gemaakt door kunstenares en verzetsvrouw Truus Menger-Oversteegen. Op 4 mei 1990 zijn ze onthuld door mevrouw Jonker, een dochter van een van de gefusilleerden. De handen zijn een laatste groet aan het leven, maar ook een roep om hulp: ze waarschuwen tegen onrecht en oorlog. De Hoornse dichter Margreet van Hoorn maakte voor elk monument een gedicht.
Afscheid:
Tranen maken mijn wangen nat
mijn gevoelens leeg, mijn
gedachten vol.
Ik moet afscheid nemen, maar ik
weet niet hoe, ik ben bang, ik
ben moe
Verdieping
Kijk hier wat Frans Zack, Herman Freesen en Frans Berkeveld zich nog weten te herinneren over dit onderwerp.
Lees hier meer informatie over de Stille Tocht op de site van Comite 40-45 Hoorn.