Deze steen weent van uit de muur: een herinnering aan de verdwenen Joodse gemeenschap in Hoorn

Jongerenhuisvesting Italiaanse Zeedijk 122 met gevelsteen (foto: Hélène de Bruijn fotografie).

De eerste Joden in Hoorn woonden hier al in de zestiende eeuw. In de zeventiende eeuw kende de stad een Jodenstraat: het Jeudje. Eerst waren het vooral Portugese Joden die zich in Hoorn als koopman vestigden. In de achttiende eeuw kwamen er met name Duitse Joden naar Hoorn. Met de groei van het aantal Joodse inwoners kwam er ook behoefte aan een eigen begraafplaats en een eigen gebedsruimte. In 1778 werd op de Westersingel een Joodse begraafplaats aangelegd. Aan de Italiaanse Zeedijk werd twee jaar later, in 1780, een synagoge in gebruik genomen. Nu resten alleen nog een gevelsteen en een kunstwerk als herinnering aan de ooit zo bloeiende Joodse gemeenschap in Hoorn. 

In de loop van de negentiende eeuw groeide de Joodse gemeenschap sterk. Daarom werd in 1835 een nieuw schoolgebouw in gebruik genomen. In 1860 was Hoorn met zo’n 450 Joodse inwoners naar grootte de dertiende Joodse religieuze gemeente van Nederland. De toen inmiddels bijna honderd jaar oude synagoge werd in 1874 helemaal opgeknapt. Een kleine tien jaar later werd het gebouw uitgebreid.

De Joodse synagoge aan de Italiaanse Zeedijk voor de oorlog.

Voor de oorlog

Tegen het einde van de negentiende eeuw nam het aantal Joden in Hoorn sterk af. Velen vertrokken naar Amsterdam. De afname ging razendsnel door in de twintigste eeuw. In de jaren dertig was de Joodse gemeenschap in Hoorn zo sterk geslonken, dat de synagoge alleen nog bij speciale gelegenheden werd gebruikt.

Bij het uitbreken van de oorlog in 1940 woonden er naar schatting 140.000 Joden in Nederland. Bijna driekwart van hen (102.000) overleefde de Holocaust niet. Hoorn telde in 1940 45 Joden: 26 mannen en 19 vrouwen. In 1941 waren dat er nog maar 35. Van de groep van zestien Joodse inwoners die op 20 april 1942 naar Amsterdam vertrok om van daaruit gedeporteerd te worden, keerde niemand terug. Bij de volkstelling van 1947 werden in Hoorn dertien Joodse inwoners geregistreerd: zeven Joodse vrouwen en zes Joodse mannen.

De Joodse synagoge raakte tijdens de oorlog in verval. Uiteindelijk werd het gebouw in 1955 gesloopt om vele jaren later plaats te maken voor jongerenhuisvesting.

Na de oorlog

Van de synagoge was na de oorlog niet veel over. Tijdens de oorlog was er veel gesloopt en gestolen. Het gebedshuis was een opslagplaats voor kolen geworden.

In 1948 werd de Joodse religieuze gemeente van Hoorn bij die van Enkhuizen gevoegd. Nog weer later volgde een fusie met de Joodse gemeente van Alkmaar.

In 1953 is het gebouw van de voormalige synagoge aan de Italiaanse Zeedijk aan de gemeente Hoorn verkocht. Twee jaar later is het gebouw gesloopt. Lange tijd was de plek waar de synagoge had gestaan een open gat in de bebouwing. Toen er eind jaren zeventig op deze plek een gebouw voor jongerenhuisvesting kwam, is hier een gedenksteen aan gebracht.

De steen

Het idee voor een blijvende herinnering aan de synagoge en de Joodse burgers uit Hoorn die in de oorlog zijn vermoord, was afkomstig van buurtbewoner Maurits Koopman. Het werd een afbeelding in reliëf van de voormalige synagoge. De gedenksteen is ontworpen door kunstenaar Peter de Rijcke en vervaardigd door Frits Vogelpoel.

De Hebreeuwse tekst staat eronder weergegeven en betekent: ‘Deze steen weent van uit de muur’. Deze woorden zijn afkomstig uit de Torah, ook wel geschreven als Thora of Tora en zijn de eerste vijf boeken  uit de bijbel. De tekst “Deze steen weent van uit de muur” verwijst naar een onrecht dat zó groot is, dat zelfs de stenen erdoor geroerd raken.

Het monument werd 30 mei 1979 onthuld door Eelco Brekveld, een van de leden van de toen nog maar heel kleine joodse gemeenschap in Hoorn.

De voormalige Jodensingel (nu Westersingel) met achteraan de muur van de oude Joodse begraafplaats.
De begraafplaats op de Westersingel.

De Joodse begraafplaats

De Joodse begraafplaats aan de Westersingel is in 1968 verplaatst met speciale toestemming van het Opperrabbinaat.  Die toestemming was nodig omdat het Joodse geloof uitgaat van eeuwige grafrust. Dit betekent dat een joodse begraafplaats in principe nooit gesloten kan worden. Hoe lang er ook niet begraven is, zolang er ruimte is voor nieuwe graven, kan een joodse begraafplaats gebruikt worden.

De plek van de oorspronkelijke begraafplaats aan de toenmalige Jodensingel (nu Westersingel) was nodig voor de aanleg van de Weel, de toegangsweg naar de nieuwbouwwijk Grote Waal.

De stoffelijke resten en grafstenen – het gaat om ca. 225 personen – zijn overgebracht naar de nieuwe algemene begraafplaats aan de Berkhouterweg. Daar hebben de joodse graven, omringd door een beukenhaag, een eigen plaats gekregen.

De met speciale toestemming verplaatste graven van de oude Joodse begraafplaats staan nu op de algemene begraafplaats aan de Berkhouterweg.

In 2015 onthulden wethouder Judith de Jong en rabbijn Shmuel Spiero op de Westersingel een gedenkteken als blijvende herinnering aan de Joodse begraafplaats op deze plek. Het monument is ontworpen door Lex Pott uit Amsterdam, in samenwerking met Jan Reek Natuursteen uit Hoorn. Het is uitgevoerd in graniet. De gaatjes in de gedenksteen zijn ontstaan door zaagsneden in diverse richtingen aan te brengen. Dat zorgt ervoor dat het zonlicht het gedenkteken op ieder moment van de dag een andere dimensie geeft.

Bij het kunstwerk staat de volgende tekst:

Van 1778 tot 1968 was op deze plaats de Joodse Begraafplaats. In 1968 zijn de graven verplaatst naar de Berkhouterweg.

“Mogen hun zielen gebundeld worden in de bundel van het eeuwig leven”

Onthulling in 2015 van het gedenkteken voor de voormalige Joodse begraafplaats Westersingel door wethouder Judith de Jong en rabbijn Shmuel Spiero.

Verdieping

Wil je meer weten over hoe de Joodse religieuze gemeenten zijn georganiseerd, klik dan hier