Over een moedig onderwijzersechtpaar en een Joodse baby

Abraham en Elisabeth met hun jongste dochter Marja, geboren in 1940 (foto: familie Van den Berge).

De Joodse Loekie Themans dankt zijn leven aan Abraham (1895) en Elizabeth (1900) van den Berge-Sjerp. Zes weken oud is Loekie als hij eind 1943 op Tweeboomlaan 74 wordt ondergebracht in het gezin van dit onderwijzersechtpaar met drie kinderen en twee andere Joodse onderduikers. Abraham geeft les op de openbare Muloschool (Meer Uitgebreid Lager Onderwijs) aan de Johan Messchaertschool. Een paar maanden later wordt een onderschepte brief Abraham van den Berge echter fataal.

Het is Elisabeth, ook afkomstig uit het onderwijs, die haar man niet lang na de Duitse bezetting voorstelt om Joodse onderduikers in huis te nemen. Ze hebben diverse kennissen die ook hulp aan onderduikers bieden. Zoals hun overburen en Abrahams collega Aaf Dell. Na lang wikken en wegen gaat Abraham akkoord. Ze hebben zelf drie kinderen: Bram (16), Herman (11) en Marja (1).

Met de eerste onderduiker, een alleenstaande man, gaat het niet goed. De man loopt zoveel heen en weer dat hij het hele gezin in gevaar brengt. Het huis is gehorig en naast hen woont een NSB’er. Voor hem wordt een ander onderduikadres gezocht.

Met de volgende onderduikers gaat het wel goed. Dat zijn Nathan en Esther Smit-Van Huiden, een pas getrouwd Joods echtpaar uit Zwolle. In Hoorn gaan ze door het leven als Nico en Elly Smit en ze kunnen het goed met Abraham en Elisabeth vinden. Ze helpen mee in het huishouden en Elisabeth neemt Elly – met gebleekt haar – zelfs een keer mee naar de bioscoop.

Nathan (Nico) en Esther (Elly) Smit-Van Huiden tijdens hun onderduikperiode bij de familie Van den Berge (foto: familie Van den Berge).
Kraamkamer in het oude Stadsziekenhuis in Hoorn.

Nico en Elly willen dolgraag kinderen, maar dat lijkt Elisabeth niet zo’n goed idee. Ze kunnen beter een Joodse baby die een veilig onderdak nodig heeft in huis nemen. Net als hun overburen, de familie Goetmakers, van wie ze goede kennissen zijn.

Abrahams collega Aaf Dell is goed bevriend met Odile Moereels, directrice  van het Stadsziekenhuis aan het Kerkplein. Deze Belgische verpleegster laat Joodse verpleegsters in haar ziekenhuis onderduiken. Als er Duits bezoek dreigt, laat zij op de barakken voor besmettelijke ziekten een bord ophangen met het opschrift Infektionskrankheiten. Dat schrikt de vijand af; voor besmettelijke ziekten zijn de Duitsers als de dood.

In het ziekenhuis werkt ook de zwangere Gerda Themans-Menco, die zich Steemans noemt. Haar man Sally en schoonmoeder zitten op verschillende adressen elders in Hoorn ondergedoken.

Op 22 november 1943 bevalt Gerda van een jongetje: Lodewijk Nehemia, roepnaam Loekie. De baby kan niet in het ziekenhuis blijven. Abrahams collega Aaf Dell brengt de kleine Loekie, verstopt in een postkarretje, naar de Tweeboomlaan 74.

Nico en Elly zijn opgetogen over de komst van een baby in huis. Ze schrijven erover naar familie in Rotterdam. Op de achterkant staat de afzender met adres vermeld. Als daar razzia’s zijn en huiszoeking wordt gedaan, wordt ook de brief gevonden. De gevolgen laten zich raden… 

In 1932 verhuisden Bets en Abraham van den Berge naar de Tweeboomlaan 74 verhuisd (foto: Beeldbank Oud Hoorn, collectie Giel van der Zel).
Loekie met zijn nieuwe onderduikgezin: van links naar rechts Cor, Tiny, Jaap en Geertje Laan-Windt (foto: familie Themans).

Op 10 februari 1944 staan er Duitsers voor de deur van de Tweeboomlaan. Nico en Elly worden direct gearresteerd. Zoon Herman wordt naar school gestuurd om zijn vader te halen. Aaf Dell en Abraham van den Berge geven daar op dat moment les. Allebei worden ze op school gearresteerd.

Als de Duitsers zich weer op de Tweeboomlaan melden, roept Elisabeth dat zij háár moeten hebben. Zij was degene die de onderduikers in huis had gewild. De Duitsers trekken zich er niets van aan en zeggen dat ze zich de volgende dag met de baby bij de OrtsKommandant moet melden. Haar man zal dan vrijkomen.

In overleg met het verzet duikt Elisabeth nog diezelfde avond onder bij kennissen in Den Haag. De twee jongste kinderen, Herman en Marja, gaan logeren bij de overburen logeren. Bij de familie Swierstra, die schuin aan de overkant van de Tweeboomlaan woont. Oudste zoon Bram studeert op dat moment in Delft.

Voor baby Loekie zoekt het verzet een nieuw onderduikadres. Hij vindt een warm en veilig thuis in De Goorn bij Cor en Geertje Laan, die zelf twee kinderen hebben: Tiny (11) en Jaap (9). Loekie gaat door voor een  neefje uit Brabant. Na de bevrijding zorgen papa Cor en mama Geertje ervoor dat Loekie met zijn echte vader en moeder wordt herenigd.

Aaf Dell wordt na zware verhoren overgebracht naar kamp Ravensbrück. Zij overleeft het kamp maar net. Abraham van den Berge belandt eerst in kamp Vught. Het lukt Elisabeth om Abraham brieven en pakjes te bezorgen, dankzij een “goede” Duitse bewaker.

In oktober 1944 wordt Abraham gedeporteerd naar kamp Sachsenhausen. Als de bevrijders oprukken belandt Abraham via de beruchte dodenmarsen in een subkamp van kamp Buchenwald, waar hij op 7 maart 1945 aan longontsteking sterft.

Baby Loekie groeit op tot Lodewijk Themans en gaat in 1963 in Israël wonen. In 1983 zorgt hij ervoor  dat het echtpaar Laan-Windt wordt onderscheiden met de Yad Vashem onderscheiding, de hoogste onderscheiding van de Israëlische staat.

Per toeval komt Loekie in 2016 in contact met de familie Van den Berge. Direct zet hij alles in werking om het echtpaar postuum de Yad Vashem onderscheiding toe te kennen. Deze wordt in mei 2017 uitgereikt door de ambassadeur van Israël aan de kinderen van de familie Van den Berge voor het moedige werk van hun ouders. Loekie is Abraham en Elisabeth dankbaar. “Zonder hen was ik nu geen vader van drie kinderen geweest. En geen opa van tien kleinkinderen.”

Voor baby Loekie zoekt het verzet een nieuw onderduikadres. Hij vindt een warm en veilig thuis in De Goorn bij Cor en Geertje Laan, die zelf twee kinderen hebben: Tiny (11) en Jaap (9). Loekie gaat door voor een  neefje uit Brabant. Na de bevrijding zorgen papa Cor en mama Geertje ervoor dat Loekie met zijn echte vader en moeder wordt herenigd.

Aaf Dell wordt na zware verhoren overgebracht naar kamp Ravensbrück. Zij overleeft het kamp maar net. Abraham van den Berge belandt eerst in kamp Vught. Het lukt Elisabeth om Abraham brieven en pakjes te bezorgen, dankzij een “goede” Duitse bewaker.

In oktober 1944 wordt Abraham gedeporteerd naar kamp Sachsenhausen. Als de bevrijders oprukken belandt Abraham via de beruchte dodenmarsen in een subkamp van kamp Buchenwald, waar hij op 7 maart 1945 aan longontsteking sterft.

In 2017 reikt de Israelische ambassadeur de Yad Vashem-onderscheiding postuum uit aan de drie kinderen van Elisabeth en Abraham: Marja (links), Bram (midden) en Herman (rechts). (Foto: screenshot reportage NH Nieuws over de uitreiking).
Loekie met zijn vier “grootmoeders”: Aaf Dell, Dieuw van Vliet, Odile Moereels en Sara Themans-Levison (afbeelding: olieverfportret van Loekie Themans).

In de school van Abraham aan de Johan Messchaertstraat is in 1947 een gedenkplaat voor Abraham van den Berge aangebracht als eerbetoon voor zijn moed. Loekie, die een bekend (portret) schilder wordt, verwerkt zijn oorlogservaringen in veertien olieverfschilderijen. Een daarvan is een portret met zijn drie redders en echte grootmoeder: Odile Moereels, Aaf Dell, Dieuw van Vliet en zijn grootmoeder van vaders kant: Sara Themans-Levison.

Verdieping

Lees op de site van Vereniging Oud Hoorn nog meer over dit onderwerp.

Ook NH-Nieuws berichtte over Loekie.